donderdag 18 december 2008

B2B ( Back to the benches)

OOK paperbased gepubliceerd dus nu de intergrale versie on blog:

B2Bback to the benches
Drie jaar geleden mocht ik de overstap maken van docent zijn naar de functie van beleidsmedewerker onderwijs. Waarschijnlijk kreeg ik deze baan door mijn enthousiasme en betoonde gedrevenheid bij het maken en uitvoeren van projectonderwijs bij de sector economie van ons ROC.
Ik zag CGO als een gelegitimeerde mogelijkheid om de ideeën rond projectonderwijs verder vorm te geven. Wel merkte ik in mijn functie gelijk dat er toch anders wordt aangekeken tegen een beleidsmedewerker dan tegen een (collega) docent. Mijn vaste voornemen was om de directe onderwijspraktijk, met alle (on)mogelijkheden niet uit het oog te verliezen. Vandaar mijn plan om bij onze sector en bij elk team een dag ‘als leerling’ mee te lopen en mijn bevindingen, op basis van het visiedocument aan het team terug te geven. Zie hier mijn eerste verslag:

Kennismaken
Mijn eerste gastheer voor dit project is het team van BA. De dag voor mijn bezoek maak ik kennis met een groep van 5 leerlingen. Ze volgen de opleiding boekhoudkundig medewerker (niveau 3). Ze zien het wel zitten om mij morgen op sleeptouw te nemen.
Ze hebben volgens eigen zeggen morgen 6 uur project, wat ze veel en saai vinden. In het project (dat eigenlijk bestaat uit drie onderdelen, waarover later meer) werken ze soms samen en soms apart. Ze zeggen geen deadline te hebben en werken duidelijk verschillend in tempo.

De eerste uren
Om 8.33 druppelen de leerlingen binnen. Het eerste uur is simulatie-uur, maar omdat er deze periode geen simulatie voorhanden is, werken ze aan hun taken binnen het project. Dat is of ‘de projecttaken’, of de case rond ‘garage Westervoort’, of aan het boekje ‘inleiding BA’. Er is onduidelijkheid over de juiste volgorde: leerlingen zijn dus vrij in hun keuze.
Ik schuif aan bij een Turkse leerling, die allereerst een tabel maakt om journaalposten te kunnen verwerken. De oude tabel was al volgeschreven. Wat opvalt is dat ze deze taken schriftelijk maken en niet op de PC. Waarschijnlijk is dit makkelijker met nakijken en bijhouden van vorderingen. Bij het verwerken van een creditnota kan ik oude BA-kennis even toepassen bij een hulpvraag.
Leerlingen schromen niet om hulp te vragen bij problemen en gaan goed om met reacties van docenten, die door ‘door’ te vragen het probleem helder maken en daarmee leerlingen in de oplossingsrichting helpen. Het is redelijk rustig en zo’n 20 leerlingen zijn redelijk aan het werk. Het is nog vroeg!

Docenten
Gedurende de hele dag worden de leerlingen begeleidt door verschillende docenten en instructeurs. Dat gaat professioneel. Taakkaarten worden afgetekend, gesprekjes gevoerd en leerlingen aangemaand aan het werk te gaan. Toch constateer ik dat docenten niet optimaal tevreden zijn. Het project biedt te weinig uitdaging en afwisseling (is te veel een verzameling opdrachten), er is geen goede afstemming in structuur (volgordelijkheid) van de opdrachten en dat geeft onduidelijkheid bij leerlingen. Niet BA-docenten zijn te weinig expert om inhoudelijk het project te begeleiden. De docent Engels bevraagt leerlingen in het Engels naar hun voortgang. Hij accepteert dat ze in het Nederlands antwoorden. Hij vindt de integratie van Engels in het project moeilijk. Ook het niveau van Engels van de leerlingen valt hem tegen. De uitslagen van de TOA (assessments-toetsen) zijn bij de leerlingen niet bekend. Wel krijgen een aantal goede leerlingen gelegenheid de lessen Engels anders te besteden.
Over de begeleiding merken docenten op dat het nog zoeken is. Enerzijds wil je de leerlingen loslaten, anderzijds moet je structuur en sturing geven. En hoe begeleid je in die balans leerlingen naar meer zelfsturing.
Dat meerdere docenten tegelijkertijd de groep begeleiden wordt geaccepteerd en levert geen problemen op.

Meer contacten met leerlingen
‘Joris’ heeft moeite met het maken van een tabel vanuit Excel. Ik probeer hem te helpen, dat lukt ook mij niet. We gaan op zoek naar een leerling die dit onderdeel al af heeft. Via haar leren we hoe we de juiste rij kunnen selecteren om de y-as te benoemen. Joris geeft aan dat deze manier van leren hem bevalt. Hij kan ook goed verklaren waarom tabellen en grafieken van belang zijn voor de boekhouding van een bedrijf. Praktijkgericht leermoment!
Ik spreek twee (ex)havisten. Ze hebben alles al af en willen door. Gelukkig is nieuw materiaal snel voor handen. Mogelijk kunnen ze de opleiding versneld en in een jaar afsluiten. Alleen de stage is een probleem. Dat is niet zo flexibel in te richten. Jammer, deze leerlingen verdienen ook een vraaggestuurde aanpak. Daarbij is dit uit te buiten als voorbeeld voor andere ‘werkers’.
‘Carin’ helpt ‘ Dinie’ met een opdracht over aflossing en renteberekening. Dat gaat Dinie duidelijk te snel, terwijl Carin ondertussen als volleerde mutitasker aan een eigen programma werkt en de i-phone heeft aanstaan. Gelukkig houdt Dinie stug vol in het doorvragen en krijgt daardoor een juiste zelfgeproduceerde tabel op het scherm. Zou ze nu ook weten hoe ze dat geleerd heeft? Helaas voorzien de voortgangsgesprekken nog niet in het benoemen van dit soort ervaringen.

Een slb-groeps-activiteit.
De SLB-er haalt tijdens de projecturen zijn groepje bij elkaar en geeft informatie over een onderdeel uit LLB. De leerlingen krijgen de keuze uit 30 uur maatschappelijke stage of ‘het doorwerken en laten toetsen van een aantal onderdelen uit de methode ‘connect’. De keuze is duidelijk en leerlingen krijgen een week bedenktijd. De uitvoering is minder gelimiteerd. De deadline is einde schooljaar.

Een voortgangsgesprek
Aan het eind van de dag mag ik aanzitten bij een voortgangsgesprek. Het is nadrukkelijk geen POP-gesprek’. ‘Youssef’ geeft aan ruimschoots verder te zijn, dan zijn aftekenkaart aan geeft. OK, het gesprek was niet vooraf aangekondigd en is door de leerling niet voorbereid. Via een zelf-ontworpen formulier wordt toch op voortgang, prestaties en een aantal afgeleide beroepscompetenties ingegaan. Via een score ( van leerling zelf en van docent) wordt een ingang gevonden om zaken bespreekbaar te maken. Het bijhouden van een persoonlijk archief, het nemen van initiatief ( bijvoorbeeld over aftekenen van werk), het plannen, en de werkhouding komen aan de orde. De docent noteert de afspraken ( ‘verbetervoorstellen’) die hierover gemaakt worden. (heeft de leerling die dus ook op papier?) Het voortgangscriteria: positief of negatief BPV advies wordt vooralsnog gehaald.

Tot zover mijn, gekleurde verslag. Ik ga de op- en aanmerkingen met het team bespreken en dat leidt ongetwijfeld tot verdere discussie en aanscherping van de werkwijze. Zo wordt in goede harmonie gewerkt aan verdere implementatie van CGO.


Hans Steeman ( beleidsmedewerker onderwijs)
( om begrijpelijke redenen zijn de namen gefingeerd)

donderdag 6 november 2008

Diner Competent


Op 5 november weer, en nu samen met Brigitte Dirksen, een diner competent georganiseerd. Een diner competent is een bijeenkomst (onder genot van een dineetje in ons eigen restaurant) waarbij een aantal docenten praten over cgo-onderwerpen. De setting is meestal een 'marcel van dam'-achtige. Ik bevraag de deelnemers en zo komt de discussie op gang. Deze keer ging het in twee rondes over onze Plaza. Eigenlijk op dit moment een half winkelcentrum met veel hangplekken. Meestal niet gezellig dus. Hoe kunnen we het nu meer een eigen sfeer geven. Creatieve ideeën te over en gelijk enthousiasme om het aan te pakken. Problemen met beveiliging en facilitair werden terzijde geschoven en men zag ongekende mogelijkheden. Dat gaan we verder uitwerken en terug de organisatie inbrengen. Binnenkort volgt een 'echt' verslag.
En dit berichtje was ook even om Wordle te testen

maandag 29 september 2008

Ambassadeur

Tja ambassadeur van kennisnet. Dat is weer een uitbreiding van mijn functie. Een nieuwe uitdaging en precies passend in de activiteiten waar ik op dit moment mee bezig ben. Een reden te meer om mijn weblog maar eens te activeren ( voor de 4e keer??) . Ga binnenkort toch eens wat schrijven over bijvoorbeeld de selectieprocedure die moet leiden tot de aanschaf van een onderwijsregistratiepakket op het ROC. Of de manier waarop we een portal gaan inrichten (wat valt er nog een hoop te leren in sharepoint) Of het project waarvoor we Europese subsidie hebben gekregen, of de belevenissen van personen in de familie die campagne voeren voor Obama of actief zijn met politiek en ict of een start maken in het onderwijs....

Maar eerst me even voorbreiden op ons bezoekje aan Bucharest ter ondersteuning van ons rood zwart en groene cluppie...

dinsdag 20 mei 2008

in discussie met het ministerie

Gisteren 19 mei in Utrecht deelgenomen aan de mogelijkheid in gesprek te gaan met het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Doel was om docenten te horen over de invoering van het CGO. Even was ik bang dat het een bijeenkomst zou worden, van klagen, uitstellen, 'vroeger was alles beter' en 'het wordt ons door de strot geduwd'. Gelukkig was niets minder waar. Er zat een positief kritisch publiek. Voor hen was het uitstellen (of afschaffen) van CGO geen issue. Juist op basis van resultaten: betere voorbereiding op het beroep, minder uitval, tevreden studenten en docenten pleit men tegen de negatieve media-aandacht en de roep om alle onderwijsvernieuwing te stoppen.
Maar het valt niet mee om de negatieve media aandacht (dat scoort zo lekker makkelijk) om te buigen in begrip en ondersteuning voor datgene wat docenten allemaal wel goed doen met CGO.
Is er dan geen kritiek?? Ja zeker wel!. De jarenlange bezuinigingen op onderwijs (ook in het BVE-veld) maakt dat CGO invoeren niet makkelijk is.
Je wil noodzakelijk individuele begeleiding geven , maar wordt afgerekend op de 850 uren norm.
Docenten willen geschoold worden op hun nieuwe rollen als coach, onderwijsontwerper, beoordelaar, maar daar si geen tijd en geld voor. De gebouwen lenen zich niet voor CGO: te weinig praktijkruimtes en ruimtes voor coachinggesprekken. De praktijk (BPV) werkt niet altijd adequaat mee. Het management geeft te weinig ruimte voor ontwikkeling, is te star of hanteert het principe 'pratice what you preach' niet.
Toch blijft men positief. CGO is (met experimenteren, waarbij niet alles vlekkeloos hoeft te zijn) de oplossing voor het MBO. Maar er blijft nog veel werk aan de winkel.
Tot slot werd geconstateerd dat de kwalificatiedossiers nu wel redelijk op orde zijn. Er is geen behoefte aan aanpassing en het liefst ziet men ook geen landelijke examens voor taal en rekenen/wiskunde, juist vanwege de inbedding in de beroepscontext van deze vakken....

Het blijft spannend tot 4 juni........ ( kamerdebat)

woensdag 16 april 2008

Desigin4all (the day after)

Dé conferentie in Maastricht over ICT en onderwijs.
Voor de OKE-groep[1] en voor onze collegae in het ROC mag ik vermelden wat nu zo aantrekkelijk was op de conferentie in het MECC in Maastricht .
Aangezien ik zelf twee workshops verzorgde is de deelname aan andere workshops altijd wat minder. Wat er echter uitsprong was de presentatie van het NOVA college, met de inrichting van een eigen portal. Een portal is een op de doelgroep afgestemde internetsite die de toegang vormt van alle digitale diensten die je nodig hebt. Twee docenten (en ict-gekken) van het NOVA College in Haarlem hebben die applicatie grotendeels zelf gebouwd met behulp van Sharepoint (microsoft). Opmerkelijk hoe ze dat vanuit de gebruikers hebben ingericht. Het is als het ware van onderaf opgebouwd en bevat toch al de nodige met elkaar communicerende functionaliteiten die je als medewerker (of als leerling) nodig hebt.
Twee voorbeeldjes.

Op je eigen pagina kin je doorklikken naar een declaratieformulier. Als je dat invult –deels is dat al met je eigen gegevens ingevuld- wordt het ‘automatisch’ opgestuurd naar de betreffende budgethouder. Keurt die de aanvraag goed, dan kan dat met één klik worden doorgezonden naar de administratie die e.e.a. kan opslaan, uitbetalen en verwerken.

Agenda’s. de jaaragenda en je persoonlijke agenda (en die van anderen) kun je over elkaar schuiven zodat je altijd gelijk weet wanneer je wat kunt verwachten.

Maar er was nog veel meer. Voor mij en anderen die bezig zijn met onderwijsregistratie-pakketten en portals in ieder geval een reden om volgende week op bezoek te gaan in Haarlem om ons nog eens nader te laten informeren.

Een ander highlight was de workshop die ik samen met Bram Esselink heb mogen verzorgen. Daar deden we aan mindmapping. Een interactieve workshop waarbij we aan de hand van een ‘extern’ project – een aanvraag van een organisatie om te helpen met het opzetten van een evenement- in kaart brachten wat de kansen en obstakels waren van zo’n leer/werktraject voor studenten, docenten/teams en management. Dat leidde tot de volgende ingevulde mindmap.

Helaas ging op de tweede dag bij de laatste workshop het licht letterlijk uit. Waardoor we vroeg huiswaarts keerden.

Hans Steeman

[1] Beleidsmedewerkers, examendeskundigen en kwaliteitszorgmedewerkers van de sectoren economie en zorg en welzijn van het ROC Nijmegen.

maandag 17 maart 2008

Op weg naar de conferentie

Al een tijdje niets meer gepubliceerd. Dat kan natuurlijk niet. Druk, druk, druk, mag geen excuus zijn. De conferentie in Maastricht 'desing4all' is in ieder geval een mooie aangelegenheid om teen en tander weer op te pakken. Confereren zit trouwens wel in de lucht op dit moment. "thuis' in Nijmegen ben ik op dit moment druk doende de studiedag voor zorg en welzijn en economie in ons ROC vorm te geven. Een programma voor zo'n 270 medewerkers met good practices een aantal masterclasses ( Willem Karssenberg http://www.trendmatcher.nl/, Marcel de Leeuwe http://www.leerbeleving.nl/wie-ben-ik/ en het Debat instituut) en een schitterende afsluiting met Abkader Chrifi. Dat vergt natuurlijk wel wat organisatie. Tussendoor dan ook nog de workshops voor de conferentie voorbereiden (Sharepoint bij ROC Nijmegen nummer 141 en 259 Roc in the community - met toepassing van mindjet manager-) en betrokken worden bij de in te richten portal en de keuze voor een nieuw onderwijsregistratiesysteem. Dan is het toch wel druk. Sporten bepekt zich even tot het volgen van NEC (vooralsnog een leuke bezigheid) en het rennen met Lenie (zit nu op 40 minuten, dus Marikenloop zal wel lukken)
Ga me dus nu wat meer voorbereiden op de conferentie en hoop daar ook verslag van te doen.....

tot gauw dus.

donderdag 24 januari 2008

De school als bedrijf

Laatst samen met collega´s een workshop competentiegericht beoordelen gegeven aan het team Bedrijfsadministratie. Concreet opgebouwd rond het werkproces 'klanten ontvangen'. Eerst wat theorie, dan aan de slag met het maken van een beoordelingslijst op basis van de combinatie met competenties en prestatie -indicatoren ( Wat een woorden: het is gewoon gedrag wat je wil zien!! toch). Vervolgens dat toepassen in concrete situaties: een film van een klantenontvangst, een rollenspel over de ontvangst van een klant en een criterium gericht interview met een stagair over dezelfde werkzaamheid. Na afloop ging de discussie via het beoordelen van de leerling over 'de omgang' met een leerling.
Mijn opmerking over het benaderen van een leerling als 'werknemer' in een bedrijf (we zijn een beroepsopleiding) viel niet bij iedereen in goede aarde. 'We blijven toch een school', was een opmerking met veel bijval. Mij werd zelfs het voorbeeld onder de neus gewreven hoe we ons 'als leerlingen gedroegen' tijdens een cursus WP4.2 die een collega van ons verzorgde.

Ik pareerde deze opmerking met de vraag: hoe hij nu WP of Word- vaardig is geworden. 'Tja door te doen natuurlijk.' Restte natuurlijk een inkoppertje. Was de les in WP destijds wel adequaat en indien niet: verklaarde dat ons puberaal gedrag misschien voor een deel??

Ach natuurlijk zijn we niet altijd een bedrijf en is 'leerling-gedrag' niet alleen te verklaren uit niet passend aanbod onderwijs, maar een beetje reflectie op ons gedrag vroeger en nu, kan geen kwaad.

dinsdag 8 januari 2008

GESLAAGD OF NIET??

Voor een publicatie je eigen innovatiesucces verwoorden is toch een beetje als examen doen. Het wordt ook nog in een boekje weergegeven, dus een filmpje, een interactieve pagina, of andere publiciteitvormen voor 'digital natives' zijn niet mogelijk. Dus we gaan voor een hele andere optie kiezen. Hoewel ik zelf - in mijn vroegere onderwijspraktijk en ook nu in mijn begeleidingwerk - niet zo van de koninklijke weg en de structurele aanpak ben heb ik daar toch maar eens voor gekozen.


Wat doe je in zo'n geval. Je maakt eerst een kwalificatiedossier van de 'innovator', althans het deel C wat ik dan ook maar zelf heb vastgesteld. De volgende stap is natuurlijk beoordelingscriteria vaststellen op het niveau van competenties en werkprocessen om daar mee te kunnen beoordelen of de kandidaat voldoet aan de eisen uit het dossier.
En nu zal ik natuurlijk via mijn portfolio moeten bewijzen dat ik voldoe. Dat bewijs verwoord ik hieronder, maar beter is natuurlijk te verwijzen naar eerdere artikelen in mijn weblog (
http://opwegnaarcgo.blogspot.com/) , de brochure EK onder de 21 en andere bewijzen die ik in de loop van mijn functioneren heb verzameld.



Werkproces 1.1

Als het gaat om analyseren, kijk ik graag terug naar de periode waarin ik deel uit maakte van de MR. Het was de begintijd van (de vorming van) het ROC en zeker voor vernieuwende ideeën geen makkelijke periode. De organisatie moest gebouwd en beheerst worden. Een proactieve, kritische MR paste helaas niet in dat plaatje. Dat er toch veel bereikt is ligt met name aan de samenwerking binnen de MR en met de contacten in de organisatie zelf. Was het creëren en innoveren in de organisatie nauwelijks aan de orde. In het onderwijs des te meer. Op de sector 'Handel' werkten we driftig aan het vorm geven van projectonderwijs. Met name bij internationale handel heb ik een steentje bijgedragen. We schrijven dan 1996. Voortbouwend op inzichten die destijds al aan de Sociale Academie werden opgedaan, maakten we projectonderwijs, waarbij theorie ten dienste van de praktijk stond, waarbij we proces en product evalueerden (en daar cijfers voor gaven) . Waarbij leerlingen in groepjes aan van de praktijk afgeleide taken werkten. Waarbij directeuren werden ingeschakeld bij in en verkoopgesprekken. Waarbij uitgebreide verantwoordinggesprekken met de externe legitimeerder nodig waren om dit 'onderwijs' verkocht te krijgen. Projectonderwijs dat resulteerde in een van de eerste onderwijsgames rondom betalingskenmerken en waarmee we de eerste ROC Innovatieprijs mee wonnen. Moet ik hier gedrevenheid en ambitie nog verder aantonen? We maakten al CGO-onderwijs in het ET-tijdperk. Ging het dan nooit mis?? Jawel hoor. Ik wilde zoals gewoonlijk al weer veel te hard. Lesroosters los laten, werken met schoorsteen-uren, groepen sneller en langzamer laten gaan, Engelstalig onderwijs, etc. etc. Gelukkig dat sommigen dan ook eens op de rem trappen en wijzen op de (on)mogelijkheden. Zo is het ook met mijn huidige werk. Op basis van een goede analyse komen als het ware vanzelf kansen en ideeën boven drijven. Ik heb wel getracht dit proces als zodanig te analyseren, maar dat is geen doen. Laat het maar gebeuren. Teveel navelstaarderij door je zelf of anderen kapselt gedrevenheid en ambitie te veel in. Dan maar soms even met het koppie tegen de muur.



Werkproces 1.2
Activiteiten initiëren zit me in het bloed. Zeker op het gebied van onderwijs. Als beginnend docent economie introduceerde ik het werken in groepjes.(CarmelCollege Deventer VWO 1985) Bij de MEAO stond ik aan de wieg van het zelfstandig werken (2e generatie ET, 1990) en bij de opleiding Internationale Handel was ik schrijver en uitvoerder van projectonderwijs (1996-2000) . Nu in mijn rol als beleidsmedewerker doe ik natuurlijk niet anders. Workshops, diner competent, studiedagen, onderzoeken, acties voor het EK onder 21, experimenten met dpf, de lijst is lang. Beslissen bij dit onderdeel heeft vooral betrekking op het daadwerkelijk initiëren en met anderen een besluit nemen om activiteiten aan te pakken.
Sterke punten bij het begeleiden zijn het enthousiasmeren en het op gang houden van vernieuwingsprocessen. Problemen liggen natuurlijk op het vlak van het werk uit handen geven (wie is de eigenaar??) en bij verschillen van inzicht. De begeleiding van een team richting CGO is daarvan een voorbeeld. Ik had te weinig oog voor de (onder de oppervlakte liggende) bezwaren en angsten van de projectgroep richting daadwerkelijke verandering. Het loslaten van verouderde onderwijsopvattingen en het gebruikt maken van nieuwe digitale technieken bleek een te grote hobbel voor het team en ik had daar te weinig oog voor. Dat is een leermoment.

Daarmee behandel ik meteen de competenties met druk en tegenslag omgaan. Het druk hebben en onder druk presteren meet ik dan aan de CGO conferentie over Schonenvaart die ik in 2006 organiseerde. Schonenvaart is een digitale leeromgeving voor economische en handelsopleidingen die optimaal toepasbaar is op de invulling van CGO (als je dat wil!). Deze conferentie waar 500 personen enthousiast op af kwamen beschouw ik als een bewijs van mijn organisatorisch kunnen. Omgaan met tegenslag is en blijft moeilijk, zeker als je (te) graag wilt. Analyseren ( van tegenargumenten) en afstand nemen is, heb ik geleerd een goede remedie.

Een innovator die op eigen houtje opereert is iemand die enkel zich zelf bevredigd. Die handelt niet commercieel en weet niet wat samenwerken en overleggen is. Bij het EK<>
Hans Steeman