donderdag 24 januari 2008

De school als bedrijf

Laatst samen met collega´s een workshop competentiegericht beoordelen gegeven aan het team Bedrijfsadministratie. Concreet opgebouwd rond het werkproces 'klanten ontvangen'. Eerst wat theorie, dan aan de slag met het maken van een beoordelingslijst op basis van de combinatie met competenties en prestatie -indicatoren ( Wat een woorden: het is gewoon gedrag wat je wil zien!! toch). Vervolgens dat toepassen in concrete situaties: een film van een klantenontvangst, een rollenspel over de ontvangst van een klant en een criterium gericht interview met een stagair over dezelfde werkzaamheid. Na afloop ging de discussie via het beoordelen van de leerling over 'de omgang' met een leerling.
Mijn opmerking over het benaderen van een leerling als 'werknemer' in een bedrijf (we zijn een beroepsopleiding) viel niet bij iedereen in goede aarde. 'We blijven toch een school', was een opmerking met veel bijval. Mij werd zelfs het voorbeeld onder de neus gewreven hoe we ons 'als leerlingen gedroegen' tijdens een cursus WP4.2 die een collega van ons verzorgde.

Ik pareerde deze opmerking met de vraag: hoe hij nu WP of Word- vaardig is geworden. 'Tja door te doen natuurlijk.' Restte natuurlijk een inkoppertje. Was de les in WP destijds wel adequaat en indien niet: verklaarde dat ons puberaal gedrag misschien voor een deel??

Ach natuurlijk zijn we niet altijd een bedrijf en is 'leerling-gedrag' niet alleen te verklaren uit niet passend aanbod onderwijs, maar een beetje reflectie op ons gedrag vroeger en nu, kan geen kwaad.

dinsdag 8 januari 2008

GESLAAGD OF NIET??

Voor een publicatie je eigen innovatiesucces verwoorden is toch een beetje als examen doen. Het wordt ook nog in een boekje weergegeven, dus een filmpje, een interactieve pagina, of andere publiciteitvormen voor 'digital natives' zijn niet mogelijk. Dus we gaan voor een hele andere optie kiezen. Hoewel ik zelf - in mijn vroegere onderwijspraktijk en ook nu in mijn begeleidingwerk - niet zo van de koninklijke weg en de structurele aanpak ben heb ik daar toch maar eens voor gekozen.


Wat doe je in zo'n geval. Je maakt eerst een kwalificatiedossier van de 'innovator', althans het deel C wat ik dan ook maar zelf heb vastgesteld. De volgende stap is natuurlijk beoordelingscriteria vaststellen op het niveau van competenties en werkprocessen om daar mee te kunnen beoordelen of de kandidaat voldoet aan de eisen uit het dossier.
En nu zal ik natuurlijk via mijn portfolio moeten bewijzen dat ik voldoe. Dat bewijs verwoord ik hieronder, maar beter is natuurlijk te verwijzen naar eerdere artikelen in mijn weblog (
http://opwegnaarcgo.blogspot.com/) , de brochure EK onder de 21 en andere bewijzen die ik in de loop van mijn functioneren heb verzameld.



Werkproces 1.1

Als het gaat om analyseren, kijk ik graag terug naar de periode waarin ik deel uit maakte van de MR. Het was de begintijd van (de vorming van) het ROC en zeker voor vernieuwende ideeën geen makkelijke periode. De organisatie moest gebouwd en beheerst worden. Een proactieve, kritische MR paste helaas niet in dat plaatje. Dat er toch veel bereikt is ligt met name aan de samenwerking binnen de MR en met de contacten in de organisatie zelf. Was het creëren en innoveren in de organisatie nauwelijks aan de orde. In het onderwijs des te meer. Op de sector 'Handel' werkten we driftig aan het vorm geven van projectonderwijs. Met name bij internationale handel heb ik een steentje bijgedragen. We schrijven dan 1996. Voortbouwend op inzichten die destijds al aan de Sociale Academie werden opgedaan, maakten we projectonderwijs, waarbij theorie ten dienste van de praktijk stond, waarbij we proces en product evalueerden (en daar cijfers voor gaven) . Waarbij leerlingen in groepjes aan van de praktijk afgeleide taken werkten. Waarbij directeuren werden ingeschakeld bij in en verkoopgesprekken. Waarbij uitgebreide verantwoordinggesprekken met de externe legitimeerder nodig waren om dit 'onderwijs' verkocht te krijgen. Projectonderwijs dat resulteerde in een van de eerste onderwijsgames rondom betalingskenmerken en waarmee we de eerste ROC Innovatieprijs mee wonnen. Moet ik hier gedrevenheid en ambitie nog verder aantonen? We maakten al CGO-onderwijs in het ET-tijdperk. Ging het dan nooit mis?? Jawel hoor. Ik wilde zoals gewoonlijk al weer veel te hard. Lesroosters los laten, werken met schoorsteen-uren, groepen sneller en langzamer laten gaan, Engelstalig onderwijs, etc. etc. Gelukkig dat sommigen dan ook eens op de rem trappen en wijzen op de (on)mogelijkheden. Zo is het ook met mijn huidige werk. Op basis van een goede analyse komen als het ware vanzelf kansen en ideeën boven drijven. Ik heb wel getracht dit proces als zodanig te analyseren, maar dat is geen doen. Laat het maar gebeuren. Teveel navelstaarderij door je zelf of anderen kapselt gedrevenheid en ambitie te veel in. Dan maar soms even met het koppie tegen de muur.



Werkproces 1.2
Activiteiten initiëren zit me in het bloed. Zeker op het gebied van onderwijs. Als beginnend docent economie introduceerde ik het werken in groepjes.(CarmelCollege Deventer VWO 1985) Bij de MEAO stond ik aan de wieg van het zelfstandig werken (2e generatie ET, 1990) en bij de opleiding Internationale Handel was ik schrijver en uitvoerder van projectonderwijs (1996-2000) . Nu in mijn rol als beleidsmedewerker doe ik natuurlijk niet anders. Workshops, diner competent, studiedagen, onderzoeken, acties voor het EK onder 21, experimenten met dpf, de lijst is lang. Beslissen bij dit onderdeel heeft vooral betrekking op het daadwerkelijk initiëren en met anderen een besluit nemen om activiteiten aan te pakken.
Sterke punten bij het begeleiden zijn het enthousiasmeren en het op gang houden van vernieuwingsprocessen. Problemen liggen natuurlijk op het vlak van het werk uit handen geven (wie is de eigenaar??) en bij verschillen van inzicht. De begeleiding van een team richting CGO is daarvan een voorbeeld. Ik had te weinig oog voor de (onder de oppervlakte liggende) bezwaren en angsten van de projectgroep richting daadwerkelijke verandering. Het loslaten van verouderde onderwijsopvattingen en het gebruikt maken van nieuwe digitale technieken bleek een te grote hobbel voor het team en ik had daar te weinig oog voor. Dat is een leermoment.

Daarmee behandel ik meteen de competenties met druk en tegenslag omgaan. Het druk hebben en onder druk presteren meet ik dan aan de CGO conferentie over Schonenvaart die ik in 2006 organiseerde. Schonenvaart is een digitale leeromgeving voor economische en handelsopleidingen die optimaal toepasbaar is op de invulling van CGO (als je dat wil!). Deze conferentie waar 500 personen enthousiast op af kwamen beschouw ik als een bewijs van mijn organisatorisch kunnen. Omgaan met tegenslag is en blijft moeilijk, zeker als je (te) graag wilt. Analyseren ( van tegenargumenten) en afstand nemen is, heb ik geleerd een goede remedie.

Een innovator die op eigen houtje opereert is iemand die enkel zich zelf bevredigd. Die handelt niet commercieel en weet niet wat samenwerken en overleggen is. Bij het EK<>
Hans Steeman