Gisteren 19 mei in
Utrecht deelgenomen aan de mogelijkheid in gesprek te gaan met het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Doel was om docenten te horen over de invoering van het
CGO. Even was ik bang dat het een bijeenkomst zou worden, van klagen, uitstellen, 'vroeger was alles beter' en 'het wordt ons door de strot geduwd'. Gelukkig was niets minder waar. Er zat een positief kritisch publiek. Voor hen was het uitstellen (of afschaffen) van
CGO geen issue. Juist op basis van resultaten: betere voorbereiding op het beroep, minder uitval, tevreden studenten en docenten pleit men tegen de negatieve
media-aandacht en de roep om alle onderwijsvernieuwing te stoppen.
Maar het valt niet mee om de negatieve media aandacht (dat scoort zo lekker makkelijk) om te buigen in begrip en ondersteuning voor datgene wat docenten allemaal wel goed doen met
CGO.
Is er dan geen kritiek?? Ja zeker wel!. De jarenlange bezuinigingen op onderwijs (ook in het
BVE-veld) maakt dat
CGO invoeren niet makkelijk is.
Je wil noodzakelijk individuele begeleiding geven , maar wordt afgerekend op de 850 uren norm.
Docenten willen geschoold worden op hun nieuwe rollen als coach, onderwijsontwerper, beoordelaar, maar daar si geen tijd en geld voor. De gebouwen lenen zich niet voor
CGO: te weinig praktijkruimtes en ruimtes voor
coachinggesprekken. De praktijk (
BPV) werkt niet altijd adequaat mee. Het management geeft te weinig ruimte voor ontwikkeling, is te star of hanteert het principe '
pratice what you preach' niet.
Toch blijft men positief.
CGO is (met experimenteren, waarbij niet alles vlekkeloos hoeft te zijn) de oplossing voor het
MBO. Maar er blijft nog veel werk aan de winkel.
Tot slot werd
geconstateerd dat de kwalificatiedossiers nu wel redelijk op orde zijn. Er is geen behoefte aan aanpassing en het liefst ziet men ook geen landelijke examens voor taal en rekenen/wiskunde, juist vanwege de
inbedding in de beroepscontext van deze vakken....
Het blijft spannend tot 4 juni........ ( kamerdebat)