maandag 16 april 2007

Tegenstander van CGO??

Donderdag 12 april een studiedag op de sector. Eindigend in een lagerhuisdebat over CGO. En wonder boven wonder- maar zo gaan in de voorbereiding soms dingen- , moest ik tegen pleiten.

Het verhaal druk ik hieronder af. Ik scoorde er goed mee. Het applaus maakte dat ik me ongemakkelijk voelde. Is de 'waarheid' zo simpel?? Eerst maar eens vragen om reacties aan jullie. Een volgende keer reageer ik zelf en dan met mijn echte mening!

Helaas is competentiegricht onderwijs (nog) niet geschikt voor onze MBO leerlingen.

Competentiegericht onderwijs.gaat ervan uit dat we leerlingen opleiden tot een beroep. En zelfs zo dat we de beroepscontext onderdeel laten zijn van onderwijsprogramma. Daarin vragen we leerlingen opdrachten uit te voeren, problemen op te lossen en via POP gesprekken leervragen te laten formuleren, waarmee ze vervolgens weer aan het werk moeten.

Onze leerlingen 17 jaar oud, net van het VMBO, zijn daar nog niet toe in staat. Ze weten niet of nauwelijks wat ze willen en als je ze vrij laat doen ze niets. Ze rommelen maar wat aan, met hun taakkaarten, ze weten niet waarom of waarvoor dat nodig is.

Deze leerlingen hebben juist structuur nodig. Er moeten eisen aan ze gesteld worden en dat kan het beste door ze eerst simpele ( kennis) theorie voor te zetten en dat te toetsen. En dat kan nu eenmaal het beste in een traditionele klassenstructuur met vast rooster en weinig poespas.

Daar moet de nadruk op liggen in het eerste jaar van de opleiding. Pas als ze die hobbel hebben genomen kunnen ze opgedane kennis in de praktijk gaan toepassen. In leerjaar twee of drie. Zo kunnen we de kwaliteit van onze opleidingen meten en waarborgen.
Laat competentiegericht onderwijs maar voor het HBO gelden, die leerlingen kunnen het misschien wel aan. Onze leerlingen in ieder geval niet!

2 opmerkingen:

Hans Steeman zei

Competentiegericht onderwijs: angst voor verandering en schoolcultuur zitten in de weg.

Competentiegericht leren binnen het MBO en het HBO staat volop in de aandacht. De meeste mediaberichten zijn negatief getint en dat vind ik jammer. Er wordt meestal alleen vluchtig ingegaan op het feit dat het niet werkt. Waarom het niet werkt blijft onduidelijk. Ik ben dit jaar bezig met het invoeren van competentiegericht onderwijs binnen de administratieve opleidingen van het ROC Nijmegen en mij vallen drie zaken op:

- Docenten willen niet mee in de verandering, uit angst.
- Het regime waarin schoolorganisaties opereren en worden gecontroleerd is te strak en
star.
- Leerlingen willen duidelijkheid en hulp van bekwame mensen.

Angst voor verandering:
Mensen houden niet van verandering. Dat brengt onzekerheid met zich mee. Dat geldt ook voor docenten. Docenten binnen het MBO zijn opgeleid voor een vak, dat willen ze graag overbrengen. Ze stellen zich dan ook maar mondjesmaat voor andere vakgebieden open en willen zeker niet integratief verschillende vakken aanbieden. Verder is het vak van een docent vrij individualistisch. De docent trekt zijn of haar klasdeur dicht en niemand weet hoe hij of zij lesgeeft en met leerlingen omgaat. Bij het competentiegericht leren, wordt geleerd vanuit een praktijksituatie of een probleem. Hierdoor komen vele vakgebieden samen en zijn docenten genoodzaakt om met collega’s samen te werken. Dit is volgens mij juist een kans om het onderwijs en het vak van docent aantrekkelijker te maken, doordat er meer openheid komt en daardoor meer ruimte voor uitwisseling is. Hierdoor zien docenten van elkaar hoe het vak bedreven wordt, wat men decennia lang niet gewend was.

Regime schoolorganisaties:
Onderwijsorganisaties worden de laatste jaren doodgegooid met veranderingen. Daar is op zichzelf niets mis mee, maar daarmee gaat ook een batterij aan regels gepaard. Zeker nu men binnen het competentiegericht leren meer vrijheid krijgt bij de invulling van het onderwijs, wordt de controle, steeds strenger, ook dankzij de negatieve berichtgeving. Je hoeft binnen het MBO de term “ KCE (Kwaliteits Centrum Examinering)” maar te laten vallen of iedereen raakt in paniek. Verder is de 850-urennorm een modewoord geworden. Als we leerlingen op papier maar 850 uur per jaar onderwijs geven, of moet ik zeggen op school houden, dan voldoen we aan de regels. Het is jammer dat het Ministerie niet meer oog heeft voor hoe een school het onderwijs inricht en lesgeeft, maar alleen voor de vorm en inhoud van examinering en het aantal uren dat er onderwijs wordt gegeven. Het zou toch zo moeten zijn dat het onderwijs zelf belangrijker is dan het examen alleen.

Verder draagt de structuur van onderwijsorganisaties ook nog niet echt bij aan het slagen van competentiegericht leren. De gebouwen waar lesgegeven wordt dateren bijna allemaal uit de vorige eeuw, met lokalen en een schoolbord, terwijl het nieuwe leren vraagt om kleinere ruimten afgewisseld met openleer centra waar, onder begeleiding, op eigen tempo geleerd kan worden. Daar komt nog bij dat een onderwijsorganisatie verdeeld is in het management, vakgroepen en/of teams, waarbij er niet of nauwelijks wordt samengewerkt. Tijdens vergaderingen, die er overigens veel te veel zijn, is iedereen bezig met zijn eigen hagje. Er wordt niet of nauwelijks naar elkaar geluisterd en zodra er meegedacht moet worden in algemeen onderwijsbelang, haakt iedereen af. Ook zijn docenten gewend om gemiddeld elke dag rond 14.00 uur huiswaarts te keren en men is zeker niet bereid om van 9.00 uur tot 17.00 uur op een schoolgebouw aanwezig te zijn voor hulpvragen van de leerlingen. Dit zijn voor vele docenten eerder verworven rechten, maar ik denk dat we met deze instelling goed competentiegericht onderwijs kunnen vergeten.

Leerlingen willen wel:
Als laatste blijkt dat leerlingen helemaal niet zo negatief staan tegenover het competentiegericht leren, mits er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Dit blijkt uit het onderzoek van bureau Keesie, dat gehouden is onder 304 studenten van 27 ROC’s in de regio’s Amsterdam, Rotterdam, Zwolle en Nijmegen. Leerlingen vinden het aan de ene kant een eer dat ze in een experimentele opleiding zitten en pioniers zijn. Aan de andere kant voelen ze zich soms een proefkonijn, waar ze niet om gevraagd hebben. Toch vinden leerlingen dat competentiegericht leren werkt, het belangrijkste van het systeem vinden ze dat je leert wie jezelf bent en wat je wel en niet kan. Toch hebben leerlingen ook kritiek. Ze hebben gebrek aan stuctuur, geen roosters, veranderende roosters, onduidelijke of geen afspraken, uitvallende lessen en onduidelijke lessen. Verder krijgen ze te weinig theorie, ze worden vaak zonder enige voorkennis voor een opdracht gezet. De begeleiding laat volgens leerlingen ook nog te wensen over, docenten hebben geen tijd of zijn niet aanwezig en vaak weten klasseassistenten te weinig. Tot slot missen leerlingen gebrek aan beloning voor individuele prestaties, ze moeten veel werken in groepen en worden vaak als groep beoordeeld.

Competentiegericht leren werkt wel degelijk, mits docenten bereid zijn positief de verandering in te gaan, breder dan hun eigen vakgebied te kijken en niet op een uurtje meer of minder te kijken. En mits onderwijsorganisaties meer aandacht gaan schenken aan het onderwijs zelf in plaats van aan alle regeltjes en meer gaan samenwerken in plaats van in hokjes te werken en denken. Is dat nou teveel gevraagd van organisaties waar HBO-ers en Academici als hoofdtaak hebben om duizenden mensen verder te helpen in de ontwikkeling ?

Hans Schipper
Coördinator CGBO
Team Bedrijfsadministratie
ROC-Nijmegen

Anoniem zei

Ik ben benieuwd hoe jullie het probleem van roosteren aanpakken: hoe rooster je CGO?

Groetjes, Patrick Koning
http://patrick.familiekoning.com