Vroeguhhhh
Toen alles nog beter was….duh ! Werkte ik als docent Internationale Handel bij
de commerciële opleidingen. Daar waren we met een enthousiaste groep docenten
onderwijs aan het ontwikkelen. Het was nog in de tijd van de invoering van het
competentiegerichte onderwijs. Voor ons gaf dat een mogelijkheid om de inhoud
van de opleiding, de begeleiding en de beoordeling van de student opnieuw vorm
te geven. Dat konden we mooi koppelen aan het (ons) beeld van het beroep.
21ste eeuw.
Ook in het hedendaagse beroepsonderwijs is de link naar de
zich snel veranderende beroepssituatie nog steeds actueel. Met name bij commerciële
beroepen is het lastig om al in het eerste leerjaar een geschikte stageplaats
te vinden. Waarom de beroepspraktijk dus niet op een andere manier in het
onderwijs integreren? En natuurlijk gelijk gebruik te maken van slimme
ICT-tools om dat onderwijs mede vorm te geven.
Wat waren de kenmerken van het projectonderwijs destijds?
Het project bestond uit een ‘beroepssituatie’ ; een bedrijf
of een onderzoek naar een bedrijf en werd gekoppeld aan een aantal vakken. De
inhoud van de vakken was weer afgeleid van het kwalificatiedossier, of althans de
daarin opgenomen werkprocessen. Meestal
leidde dat tot een soort case die een week of 10 duurde, waaraan studenten in
groepen van 3 á 4 gedurende 4 tot 8 uur in de week aan werkten. Naast
beroepsmatige vakken, waren ook vakken als Nederlands, Burgerschap en andere
algemene vakken in het project geïntegreerd. Het project bestond uit een aantal
onderdelen.
- Groepsproducten ( met beoordeling)
- Individuele producten
- Groepsprocesbeoordeling
- Individuele proces beoordeling.
Het model was natuurlijk gebaseerd op en geïnspireerd door het 4c-id model of het leerlijnen model van de Bie, maar wel met een
eigen invulling.
De begeleiding en beoordeling was er op gericht om studenten
zich te laten ontwikkelen richting beginnend beroepsbeoefenaar. Maar ook van
gestuurd begeleid naar zelfstandig en zelfverantwoordelijk werkend.
Enkele voorbeelden uit die praktijk.
- In het project Graaf Pieter (marketing rondom een biermerk) leerden studenten hoe je marketingstijl moest aansluiten op de inhoud en beleving van het product. De daadwerkelijke opdracht luidde: ontwerp een logo voor een nieuw biertje en maak in een verantwoording duidelijk hoe dit logo aansluit bij het product en de doelgroep. Gebruik bij deze uitleg het begrip selectieve perceptie. Het resultaat was uiteindelijk een hoeveelheid aan viltjes en flesjes met logo. In de verantwoording met ook het Nederlands beoordeeld en werd gekeken hoe het logo aansluit bij markt en doelgroep.
- De procesbeoordeling.: De eerste procesbeoordeling ging vooral op studiehouding: de aanwezigheid, het bij zich hebben van materialen, het actief participeren in de groep. Als de student in de gaten heeft dat hij (ook) daarop wordt afgerekend, is de houding in het tweede project compleet anders. Vervolgens kun je langzaam overgaan op het elkaar beoordelen op de inzet. In project 3 loopt geen groepslid er meer de kantjes van af, zonder door mede groepsgenoten daarop te worden aangesproken. In het laatste jaar werken studenten als HBO-er vrijwel zelfstandig aan hun exportmarktstappen plan.
- Open deuren Meerdere docenten waren projectbegeleiders. Dat betekende dat je ook buiten je vakgebied om studenten begeleidde. Dat gaf niets de deuren van de lokalen stonden open. Niemand vond het vreemd dat de docent Nederlands aan mij kwam vragen hoe prijselasticiteit werkte. Net zomin als het mij kwalijk werd genomen om het briefmodel bij Nederlands op te vragen.
Enkele aanbevelingen:
·
Zorg voor voldoende afwisselende opdrachten.
Geen vraag en (opzoek) antwoord spel, maar authentieke opdrachten. Kies ook
voor verschillende vormen, maar houd wel rekening met niveau en studiejaar van de
student.
·
Maak samen met collega-docenten het project.
Zorg voor voldoende sturing, waar nodig. Evalueer het project na afloop, ook
met studenten, en voer gelijk verbeteringen door.
·
Kijk uit voor te veel protocol en verantwoording.
Intersubjectieve beoordeling is beter dan enorm lange afvinklijsten.
·
Spoor studenten aan het project serieus te
nemen. Het is niet zomaar een les/tijd-vulling, het is eigenlijk belangrijker,
dan de theorie-lessen.
Tot slot
Eigenlijk zijn dit gewoon wat overwegingen op basis van een
gesprek met een voormalig mede (project) docent. Het zou mooi zijn als we als
ROC weer meer initiatieven in deze richting zouden ontwikkelen. Misschien
gebeurt dit al…….
Ervaringen? Initiatieven? Commentaar? Welkom !
Hans Steeman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten